Als klein kind keek ik tegen mijn grote broer op: hij was als een vis in het water. Hij was maatjes met de concierge van onze school, hij hielp de melkboer op zijn ronde en mocht gratis met bevriende bestuurders en controleurs op de tram meerijden.
n vriendinnetjes kwamen ook over de vloer. Al was hij pas 8 jaar, de meisjes gaf hij toch al een zoen als ze weer naar huis toe gingen.
Na de echtscheiding van mijn ouders ging het slechter: hij maakte geen vrienden meer, laat staan vriendinnetjes. Toch had hij nog tien jaar lang een baan bij Bank Mees & Hope aan de Kneuterdijk, totdat de automatisering en de daar aangekoppelde verharding toesloeg.
Hij woonde nog bij mijn moeder. Dat ging fout toen mijn moeder plotseling dementeerde: vrijwel van de een op de andere dag. Hij werd psychotisch.
Hieronder twee korte anekdotes die mijn ervaring met de zorg goed weergeven.
De Opname
Mijn moeder dementeert snel en mijn vier jaar oudere broer, die bij haar in woont, blijkt van de weeromstuit knalpsychotisch geworden, waar ik achter kom na een paar dagen er tussenuit te zijn geweest.
Na een telefoontje of vijf en bezoek van twee leuke jonge artsen kan hij direct samen met mij mee in hun krappe karretje naar Parnassia, alwaar hij een week lang bevriest in een catatonie (Meneer Bekker, is uw broer altijd zo stil?
).
Gesprekken
Gelukkig komt hij weer bij zijn positieven, maar moet nog wel blijven. Logisch, want mijn moeder zit inmiddels in een verzorgingshuis en mijn broer heeft nooit voor zichzelf hoeven zorgen, dus kan niet zelfstandig wonen. Ik hoop dat ze veel gesprekken met hem gaan voeren, zodat hij wat meer zelfinzicht krijgt. Eind jaren ’70 hebben we toch geconstateerd dat dit het beste werkt (Zie Jan Foudraine’s Wie is van Hout?).
Diagnose
Ik krijg belet bij de behandelend arts.
Het gesprek is kort.
Weet u misschien wat de diagnose is van uw broer?
Nee, maar als u wat aandacht aan hem besteedt, kan het mogelijk helpen om daar achter te komen.
Nee, zo werkt dat niet. Ik denk dat we weinig voor uw broer kunnen betekenen.
Overigens wil ik Parnassia niet meteen helemaal in een slecht daglicht stellen: mijn broer heeft via hen een verpleegkundige die echt heel veel voor hem doet en het niet opgeeft. Laten we maar hopen dat het management deze weblog niet onder ogen krijgt, want vaste werknemers met een hart voor de zaak liggen tegenwoordig nogal onder vuur.
Het vervolg, als mijn broer uiteindelijk in het zelfde verzorgingshuis belandt als mijn moeder:
Meneer Bekker, waar was u vanochtend?
Zeven jaar lang houdt mijn broer het uit op een fraaie zolderkamer in het verzorgingshuis, waar mijn moeder ook haar laatste jaren slijt. Dankzij een manager, die me er op heeft gewezen dat mensen vanaf hun 55ste al een aanvraag kunnen doen (toen kon dat nog!).
Maar het wordt langzaam minder, de verzorgingsafdelingen worden omgebouwd tot verpleegafdelingen. Door die verbouwing wordt de dagopvang voor mijn moeder gesloten en moet ze de dag doorbrengen bij veel verder dementerende bejaarden, wat haar aftakelingsproces bespoedigt.
Post
Maar mijn vier jaar oudere broer redt zich nog en is dagelijks bij mijn moeder. En de verzorging heb ik zover gekregen dat hij de post er kan rond brengen en al gauw kent hij iedereen en iedereen hem. Het gaat dan ook een tijd goed, totdat de receptie - zijn trouwe ijkpunt in het gebouw, waar je overdag altijd terecht kunt - wordt gesloten. Enkele medewerkers worden ondergebracht in een verborgen kamer, die ik nooit heb gezien. Daar nemen ze de telefoon aan en bekijken zij camerabeelden.
Het management vindt dit beter: nu kan iedereen buiten de kamers overal in de gaten worden gehouden.
Blaasontsteking
Maar tegen camera’s kun je niet praten. En mijn broer wordt onzeker en gespannen. Hij drinkt te weinig en mede door de vermoedelijke bijwerking van de antipsychotica krijgt hij een blaasontsteking, die met een forse delier gepaard gaat: hij wordt eerst volkomen knots en daarna passief als een plank.
Hij krabbelt na zes weken weliswaar wondergoed op, maar een paar maanden later is het weer helemaal mis.
Vroeger hadden we hem hier nog wel kunnen verzorgen, maar nu hebben we daar echt de tijd niet meer voor.
Kortom: hij moet voorgoed naar een verpleegafdeling: geen afleiding meer, geen post meer bezorgen en mensen die er door de bank genomen nog slechter aan toe zijn dan hij.
Bulgaarse tongval
Aan mij de dankbare taak zijn oude kamer leeg te ruimen. Gelukkig is me daarvoor twee weken tijd gegund. Op de laatste dag van die twee weken zoek ik net de laatste spullen bij elkaar, als er op de deur wordt geklopt. Een voluptueuze verzorgster komt binnen en ik hoor een Bulgaarse tongval. Ze kijkt me doordringend en beschuldigend aan.
Meneer Bekker, waar was u vanochtend vroeg? U moet nog worden gedoucht!
Reeds eerder heb ik uitgebreid aandacht besteed aan de perikelen met mijn broer in het verpleeghuis. Het leek er even op dat de corona-uitbraak op zijn afdeling aan hem voorbij zou gaan, maar niets bleek minder waar.
> MeerThis Dutch gentleman plays 🇺🇦 music every day in The Hague (a subscriber sent me this). He also joined 🇺🇦 protests in front of the russian embassy.
— Anton Gerashchenko (@Gerashchenko_en) June 17, 2022
Thank you, Sir. Every voice, every action matters. We are grateful for support, it makes us stronger and will lead to Victory. pic.twitter.com/Vk3JlWsMA4