Met medestudent Peter Lagerweij bij Sobibor-overlevende Abraham Margulis in zijn hotelkamer in Hagen, voorjaar 1983. Rechts freelancer Götz Bockmann, die ons bij hem heeft geïntroduceerd.
  • Met medestudent Peter Lagerweij bij Sobibor-overlevende Abraham Margulis in zijn hotelkamer in Hagen, voorjaar 1983. Rechts freelancer Götz Bockmann, die ons bij hem heeft geïntroduceerd.
©: Eduard Bekker

Sobibor: het ‘onbekende’ vernietigingskamp

Nieuw proces tegen beul sleept zich voort in Hagen

Karl Frenzel op een oude foto.
  • Karl Frenzel op een oude foto.

In het Westduitse Hagen stond voorjaar 1983 de 72-jarige voormalige Oberscharführer Karl Frenzel opnieuw voor de rechter. In 1966 was hij tot levenslang veroordeeld voor de misdaden die hij had bedreven in het Oost-Poolse vernietigingskamp Sobibor. Zijn verdediging heeft kunnen bewerkstelligen dat het proces is heropend. Vanaf november vorig jaar tot februari 1984 moeten alle mensen die in 1966 reeds tegen Frenzel getuigden, voor de tweede keer voor het Hagense Schwurgericht verschijnen. Omstreeks februari 1984 zal de laatste pas zijn gehoord. Het is vermoedelijk het laatste grote proces tegen een oorlogsmisdadiger dat in de Bondsrepubliek plaatsvindt.

16 juni 1983
Zip
door Eduard Bekker

I

n tegenstelling tot Auschwitz, Buchenwald en Dachau is de naam Sobibor in Nederland nauwelijks bekend. Toch zijn hier van maart 1942 tot oktober 1943 minstens een kwart miljoen joden omgebracht, waarvan er ongeveer dertigduizend uit Nederland kwamen. Sobibor was een puur vernietigingskamp. Alleen enkele tientallen joden, die gedwongen waren voor de SS te werken, hebben het overleefd. Daaronder is slechts één Nederlander; een vrouw uit Zwolle, die nu in de Verenigde Staten woont.
Zij wist samen met een Poolse jood – waarmee ze later is getrouwd – uit het kamp te ontvluchten toen er op 14 oktober 1943 een opstand uitbrak, waarna het kamp ophield te bestaan.

Schoolklassen

In 1966 werd een proces gehouden tegen de SS·ers die verantwoordelijk waren voor de dagelijkse gang van zaken in Sobibor. Eén van hen, de 72·jarige voormalige SS-Oberscharführer Karl Frenzel, die toen tot levenslang werd veroordeeld, heeft heropening van zijn proces aangevraagd. Dat lukte, omdat bij latere processen verklaringen werden afgelegd, die niet geheel overeenstemden met eerdere uitspraken. Sinds eind vorig jaar moet hij twee keer per week een ochtend voor het Schwurgericht van het Westduitse Hagen verschijnen, met iedere week een andere getuige van Sobibor tegenover zich.
De tribune is tijdens alle zittingen massaal bevolkt door schoolklassen. Sinds de serie Holocaust op de televisie is verschenen nemen docenten regelmatig initiatieven tot het bezoeken van processen als deze.

Sobibor overlevende Thomas Blatt interviewde Karl Frenzel gedurende het proces.
  • Sobibor overlevende Thomas Blatt interviewde Karl Frenzel gedurende het proces.

Getinte brilleglazen

Hagen ligt op een uurtje rijden van de Nederlandse grens. Voor het Schwurgericht van deze Westduitse plaats zit de 61-jarige Abraham Margulis uit het Israëlische Bat Yam. Deze getuige van Pools-Joodse afkomst wordt nog dagelijks achtervolgd door de verschrikkingen van veertig jaar geleden. Als gevangene van het vernietigingskamp Sobibor werkte hij op het perron waar dagelijks duizenden joden uit heel Europa aankwamen.
Frenzel zit tijdens de verhoren op nauwelijks vier meter afstand van Abraham Margulis. Diens vlezige gelaat verraadt van achter zijn getinte brilleglazen geen enkele emotie. Soms lijkt hij zelfs lichtelijk verbaasd, alsof hij voor het eerst hoort wat voor misdrijven hij heeft gepleegd.

Deze rol blijft hij het hele proces door consequent spelen. Hij ontkent zelfs dat hij Abraham Margulis ooit heeft gezien, terwijl hij deze man al naar gelang zijn stemming prees of sloeg toen die onder zijn bevel dagelijks de perrons van het kamp schoonmaakte.

Perronopzichter

In 1966 werd Frenzel tot levenslang veroordeeld. Hij kreeg toen twee straffen. Als perronopzichter vormde hij in de dagelijkse massamoord een belangrijke schakel. Voor deze medeverantwoordelijkheid kreeg hij vijftien jaar, die hij inmiddels al heeft uitgezeten.

Daarnaast kreeg hij levenslang omdat hij meerdere joden eigenhandig had omgebracht, volgens de getuigenverklaringen vaak op een uiterst sadistische manier. Kinderen werden door hem doodgeslagen of doodgetrapt.
Een veertienjarige joodse jongen die in de stallen moest helpen, tikte met zijn voet tegen de hoef van een paard, omdat dit op de leidsels stond. Samen met een andere SS-er sloeg Frenzel hem eerst halfdood en stuurde hem toen naar ‘Kamp III’, waar de gaskamers stonden. Niemand is ooit levend uit Kamp III teruggekomen.

Tegenstrijdigheden

De verdedigers van Frenzel is het gelukt om de zaak te heropenen. In eerdere getuigenverklaringen hebben zij immers tegenstrijdigheden ontdekt. Ondanks dat die vaak betrekking hadden op de kleinere details, zoals plaats en tijdstip, waren ze toch voldoende om de hele procesgang te herhalen.
In afwachting van de nieuwe uitspraak, die niet eerder dan medio 1984 wordt verwacht, is Frenzel in voorlopige vrijheid gesteld. Elke dinsdag en donderdag reist hij naar het Landgericht Hagen, om daar de verklaringen bij te wonen, die de overlevenden van Sobibor daar afleggen. Daartoe moeten zij meestal uit het buitenland naar Hagen overkomen, om daar hun pijnlijkste herinneringen op te halen.

Apathisch

Rechtbankvoorzitter Klaus-Peter Kremer werkt zeer nauwgezet. Hij stelt de getuigen meerdere malen dezelfde vraag als het antwoord hem niet bevredigt. Want oorlogsmisdaden worden in de Bondsrepubliek behandeld als elk ander misdrijf: elke moord die Frenzel. heeft begaan, moet door de getuigen met plaats en tijdstip worden genoemd om waarde te hebben. Als Abraham Margulis vertelt over een transport uit Lemberg, waarvan bijna iedereen door uitputting was omgekomen en de lijken uit elkaar vielen als ze werden beetgepakt, komt Kremer daar nog enkele keren op terug omdat Frenzel volgens Margulis persoonlijk enkele overlevenden (“Het waren geen mensen meer, maar dieren”) zou hebben doodgeschoten.
Vaak blijkt Margulis af te wijken van eerdere verklaringen als het om tijd en plaats gaat, omdat zijn geheugen hem in de steek laat. Reden voor de rechtbankvoorzitter om vragen hierover eindeloos te herhalen.
Paradoxaal genoeg ontstaat door deze eindeloze herhaling en opsomming van weerzinwekkende details een apathische stemming in de zaal. Het schokelement dat de leerkrachten uit Hagen en omgeving ongetwijfeld voor ogen hadden is snel verdwenen. Mr Kremer wijst' een meisje terecht, dat teveel in haar stoel achteroverhangt.

Eén keer houdt hij zelfs een donderspeech, omdat hij heeft gezien dat meerdere leerlingen op een boterham hebben zitten kauwen. Een zenuwachtig gegiechel is het antwoord.

‘Verhaaltjes’

Mr Kremer heeft een goede reputatie. Hij stelt zich geduldig en voorkomend op en probeert de getuigen zoveel mogelijk te ontzien. Dat is niet zo vanzelfsprekend. Bij de herziening van het proces tegen de voormalige SS-er Wilhelm Westerheide in Dortmund had een collega getuigende slachtoffers allesbehalve coulant behandeld. Die verhaaltjes vertelt u buiten maar tegen de mensen die dat zo graag willen horen. U heeft het recht niet de beklaagde te belasteren, kreeg een van hen te horen toen hij vertelde over het sadisme van Westerheide. Sommige van zijn vroegere slachtoffers waren in tranen uitgebarsten.
Aanleiding voor een aanwezige journalist om op te roepen tot een betere behandeling van getuigen bij deze zaken. Het publiek heeft hier in ieder geval gehoor aan gegeven: iedere getuige wordt bij zijn aankomst opgevangen door een groepje vrijwilligers, waarop hij gedurende zijn verblijf in Duitsland kan terugvallen.

Wandelstok

Soms lijkt bij de direct betrokkenen de ernst van de zaak een beetje op de achtergrond te raken. Mede door de lange duur van het proces (het begon november '82 en is vermoedelijk pas medio '84 afgerond) raken zij vertrouwd met elkaar. In de pauzes, als de toga's zijn afgedaan, zijn de gesprekken vaak zeer informeel. Zelfs de verdedigers van Frenzel wisselen een enkel vriendelijk woord met de getuigen.
Alleen Frenzel zelf houdt zich volkomen afzijdig. Leunend op zijn wandelstok kijkt hij vanuit een hoek bij de lift naar de leerlingen die in grote getale door de hal heen en weer lopen. Niets, behalve de plattegrond aan de muur van de rechtszaal wijst dan op de gruwelen die even tevoren nog aan de orde zijn geweest.

Dieselmotor

De feiten rondom Sobibor zullen echter altijd blijven schokken. In de 'Knochenmühle', die zich in het zuidoosten van Polen bevond, stikten van maart 1942 tot oktober 1 943 dagelijks honderden mensen in de gaskamers, waar een dieselmotor van vier uur 's ochtends tot tien uur 's avonds vrijwel onafgebroken koolmonoxide produceerde. Bij aankomst van een transport gebeurde het soms dat de lijken van de vergasten uit de eerste wagons al op de verbrandingsroosters lagen, terwijl de mensen die ditzelfde lot wachtte, nog opgesloten waren in de achterste wagons.

‘Doucheruimtes’

De joden uit het oosten wisten wat hen te wachten stond. Bij het openen van de goederenwagons boden ze direct verzet, wat niet kon verhinderen dat ze met de zweep regelrecht de ‘doucheruimtes’ in werden gejaagd. Maar de mensen die uit het westen kwamen – soms kwamen zij zelfs met luxe-treinstellen! – werden volkomen misleid. Ze werden zeer beleefd verwelkomd. De SS-Scharführer Michiel hield een vriendelijk welkomstpraatje, waarop een enkele keer zelfs een bescheiden applausje volgde.

De aanwezigheid van joden op het perron wekte ook vertrouwen, want ze wisten niet dat die onder bedreiging van de dood gedwongen werk deden. Abraham Margulis vertelde dat een Oostenrijkse vrouw hem zelfs een keer voor kruier had aangezien en hem een fooi wilde geven. De nieuw aangekomenen kregen te horen dat ze zich moesten douchen voor ze op doorreis gingen 'om infectieziekten te voorkomen'. Ze moesten zich uitkleden en hun haren werden afgeknipt. Vaak pas op het allerlaatste moment, toen de zware deuren van de gaskamers dichtvielen en er geen water, maar gas uit de douchekoppen kwam, realiseerden de slachtoffers hun lot.

Opstand

Dat er enkele tientallen mensen zijn die Sobibor kunnen navertellen is te danken aan de Rus Sascha Petcherski. Hij was een gevangengenomen officier uit het Rode Leger en een van de weinige joden in het kamp met een militaire scholing. Hoewel er al eerdere plannen tot opstand waren geweest, was zijn plan het enige dat slaagde. Dag en uur had hij nauwkeurig vastgesteld: 14 oktober 1943 om vier uur 's middags.

Listig draaiboek

Aan de hand van een listig draaiboek werd van af dit tijdstip de ene na de andere SS-er met messen en bijlen gedood, zonder dat een van de bewakers of andere SS-ers dit in de gaten hadden. Doordat het plan (dat zo geheim mogelijk was gehouden) niet bij iedereen bekend was, ontstond er toch nog veel verwarring toen de honderden gevangenen naar de poorten en de omheining stroomden. Velen werden door de bewakers doodgeschoten of liepen te pletter op de mijnen, die om het hele kamp heen lagen. Van de ongeveer 300 ontsnapten lukte het uiteindelijk niet meer dan ongeveer dertig om uit handen van de achtervolgende SS-ers of antisemitische elementen uit de plaatselijke bevolking te blijven.

Partizaneneenheid

Maar ook voor hen was de tragedie nog niet ten einde. Zo ook voor Abraham Margulis. Na de opstand sloot hij zich aan bij de een partizaneneenheid. Na de bevrijding werd hij prompt gevangen genomen omdat deze eenheid gepakte SS-ers zonder proces tegen de muur had gezet. De doodstraf hing hem boven het hoofd. Maar na een tijd werd het duidelijk wat de SS in Polen op haar geweten had. Na ruim twee jaar werd hij vrijgelaten, omdat geen enkele rechter hem wilde veroordelen.
Toen hij vrijkwam vertrok hij naar de pas gestichte staat Israël om zich voor het leger aan te melden. Voor hem een vanzelfsprekende zaak.

Boompjes

Na de opstand werd Sobibor zorgvuldig afgebroken. De SS wist bijna elk spoor van de 'Endlösung' die hier had plaatsgevonden uit te wissen. Het hele terrein werd met boompjes vol geplant. Toen de enige Nederlandse overlevende van Sobibor – Selma Wijnberg uit Zwolle – direct na de bevrijding de plaats bezocht waar zij zoveel had geleden, kon ze er niets meer van terugvinden. Alleen een heuvel op het terrein getuigt nog van de massale slachting die hier veertig jaar geleden plaatsvond.

De heuvel bestaat uit de as van minstens een kwart miljoen joden uit heel Europa, waarvan er dertigduizend met negentien treinen uit het Nederlandse doorgangskamp Westerbork waren gekomen.

Neo-nazikranten

Ondanks alle feiten worden de stemmen die schreeuwen dat 'het allemaal niet waar is' talrijker. De koolmonoxide en het blauwzuurgas dienden voor het ontluizen van de kleding. De ovens dienden om brood te bakken. Daarom zijn processen als deze, zolang ze worden bezocht en zolang er over wordt geschreven, uiterst belangrijk. Zelfs als Frenzel vrijspraak krijgt – en die kans is door de tegenstrijdige verklaringen van de getuigen zeer groot – is de komst van de getuigen hopelijk niet helemaal voor niets geweest. Hun verhalen over de waarheid van het Derde Rijk moeten voor de leerlingen en andere toehoorders een tegenwicht vormen voor een ander soort 'berichtgeving' die door sommige veelgelezen media wordt verspreid. Ook in de stationskiosk van Hagen staan boven in de schappen bij de ingang drie neo-nazikranten, zoals de beruchte Nationalzeitung, die processen als deze als een 'voortdurende hetze tegen de Duitse natie' beschouwen.

Schrik

De journalist Götz Bockmann, vrijwel de enige verslaggever die regelmatig bij de zittingen van dit proces aanwezig is, hoopt eveneens dat het proces toch – hoe dan ook – zijn uitwerking niet zal missen. Bockmann: Voor mij gaat het er niet alleen om of Frenzel nou weer wel of niet de gevangenis in moet. Want ik weet dat al die ex-nazi's, die tot nu toe de dans ontsprongen zijn, even de schrik goed te pakken krijgen als ze dit soort rechtbank' verslagen in de krant zien staan. Die hebben altijd nog de angst dat ook zij nog eens ter verantwoording zullen worden geroepen. Daarom zal ik erover blijven schrijven.

Een kleine greep uit de vele informatie over Sobibor op internet:

Voor de Haagsche Courant schreef ik in 1993:

Alleen monument getuigt van moedig Joods verzet in Sobibor

Eduard Bekker donderdag 14 oktober 1993leestijd: ± 4 minuten

Het was op 14 oktober 1943 dat het nazi-vernietigingskamp Sobibor van binnenuit door een opstand werd bevrijd. Na de opstand werd Sobibor zorgvuldig afgebroken. Alle documenten werden vernietigd. Deze gebeurtenis verdient een speciale plaats in de geschiedenis.

> Meer
Terug   > Home     > Thema’s       > WO II en Bezetting         > Sobibor           > Proces Frenzel

Sobibor - eindstation voor veel Nederlandse joden


Real Time Web Analytics
rss
Een heel stuk Bomenbuurt tussen Hanenburglaan en Sportlaan dat verdween voor de tankgracht.